Is jouw tuin klaar voor de winter?
Het klinkt als een berg werk, de tuin winterklaar maken. Maar dat is het helemaal niet. Zeker niet op een mooie herfstdag, met een najaarszonnetje erbij. Hét grote voordeel: met de juiste voorbereiding vertrekken jouw planten in de lente vanuit polepositie, om meteen het beste van zichzelf te geven!
Vaak hoor je dat oktober de ideale maand is om de tuin klaar te stomen voor de winter. Maar dat klopt niet helemaal. Zolang de temperatuur boven 5 à 10 graden blijft en er geen nachtvorst is, kan je gerust nog even wachten. Zelfs tot een eind in november. Zeker als de planten, bomen en struiken nog al hun bladeren dragen!
Waar ga je best op letten als je de tuin of moestuin voorbereidt op de winterkou? Wij maken je graag wegwijs!
1. Laat het gras maar groeien?
Of toch misschien nog één laatste keer afrijden? In dat geval: best niet te kort. Zo blijft het gazon beter beschermd tegen de kou en de weersomstandigheden.
Overigens stopt het gras met groeien, van zodra het ‘s nachts afkoelt tot een temperatuur minder dan 5 ° C. Deze periode is ook geschikt om nog een laatste keer te verticuteren, of wat kalk te strooien tegen de vorming van mos.
2. Harken geblazen
In een bos of een verwilderde tuin kan je gevallen gebladerte gewoon laten liggen. Wie gehecht is aan een strakke grasmat, haalt de bladeren best regelmatig weg. Dat doe je liefst met een gewone bladhark, een gezonde en goedkope work-out.
Liever een bladblazer? Kies dan voor elektrisch model, of eentje met een batterij. Die zijn een stuk minder vervuilend en lawaaierig dan een exemplaar met een benzinemotor!
Tip: deponeer de bladeren in de borders of het bordes, waar struiken en boompjes staan. Het laagje bladeren beschermt planten tegen strenge vrieskou. Idem voor insecten en egels, die er graag onder overwinteren!
3. Bloembollen planten
Het najaar is hét ideale moment om bloembollen te planten! Denk bijvoorbeeld aan vroegbloeiers als sneeuwklokjes of irissen. Die komen al bij de eerste lentezon piepen, vanaf februari. Vervolgens is het de beurt aan krokusjes, tulpen of narcissen. De bloembollen plant je best vóór de eerste nachtvorst. November is een ideaal moment!
Een breed assortiment bloembollen geeft het beste resultaat. Zo kan je van februari tot mei genieten van een fleurige én kleurige (voor)tuin.
Heb je een klein tuintje? Dan kan je kiezen voor de ‘lasagnetechniek’: het aanplanten van bloembollen in laagjes, die op verschillende momenten bloeien. Zo is er altijd iets te zien!
4. Planten warm induffelen
Sommige planten zijn niet winterhard. En houden dus niet van vrieskou. Denk bijvoorbeeld aan exotische planten als palm- en bananenbomen. Idem voor de olijfboom, eucalyptus, ficus of rubberplant... Deze geef je een plekje binnenshuis. Ook keramieken bloempotten zet je best binnen, om te vermijden dat ze kapotvriezen.
Planten die ’s winters hun bladeren verliezen, kan je op een donkere plaats zetten om te overwinteren. Zoals de kelder of de garage. Andere planten zijn matig winterhard en kunnen een milde winter gerust aan. Denk bijvoorbeeld aan een vijgenboom, oleander of fuchsia.
Bij stevige vrieskou kan je deze planten een handje helpen. Met een plantenhoes of kokosmat, bijvoorbeeld. In veel gevallen volstaat een plastic wikkel, die je bijvoorbeeld kan hergebruiken van een verpakking.
5. Snoeien om te bloeien
Sommige struiken en bomen kan je best al snoeien voor het écht koud wordt. Zoals de (knot)wilg, populier, es, eik of els. Ook klimop mag je gerust al in november kortwieken. Net als sommige fruitbomen.
De gouden regel: wacht tot de boom haar bladeren kwijt is. En best niet snoeien als het vriest!
6. Vorstschade vermijden
De meest duurzame oplossing is een verblijf in het tuinhuis of de garage. Maar vaak ontbreekt de nodige ruimte. Toch zijn veel tuinsets aardig bestand tegen een portie regen en kou. Op voorwaarde dat je een handje helpt. Houten meubilair kan je een extra laagje olie geven (als het hout droog is). Maar een waterdichte beschermhoes geeft de beste bescherming.
Erg vervelend is een gebarsten waterkraan of waterleiding, als gevolg van de vorst. Dat kan heel wat ellende en waterschade opleveren. Het is eenvoudig te vermijden door de kraan in te pakken met plastic folie of een ander isolerend materiaal. Nog beter is om de toevoerkraan binnenshuis – indien mogelijk – dicht te draaien en het resterende water weg te laten vloeien.
7. En vergeet de vogels niet!
Heel wat vogelsoorten blijven gewoon in België overwinteren. Zolang het niet te koud is, hoef je niet meteen bij te voederen. De diertjes zijn het gewoon om hun eigen kostje bij elkaar te sprokkelen. Maar van zodra het vriest of sneeuwt, ligt dat een stuk moeilijker.
Dan kan je helpen met zaden en etensrestjes op een voederplankje of -huisje. In de winkel kan je kant-en-klare mezenbollen kopen, of je kan zelf aan de slag om vetbollen te maken!
Vond je dit artikel leuk?
Neem de tijd om te klikken om uw mening met ons te delen en maak onze volgende artikelen nog relevanter voor uw behoeften.